Dubbel als bierstijl is een term dat is ontstaan bij de Trappisten van Westmalle. Het is een verwijzing naar de gebruikte ingrediënten. De monniken brouwden al donker bier sinds het midden van de 19e eeuw. In 1926 beslisten ze om het recept aan te passen en ‘verdubbelden’ ze de hoeveelheid van de ingrediënten. De verdubbeling is geen letterlijke maal 2, maar toch een aanzienlijke stijging.
Het is ook een referentie naar een oud middeleeuws gebruik toen vele mensen niet konden lezen. Om de zwaarte van het bier aan te duiden zette men een kruisen op het vat. Eén kruis was het lichtste bier en twee kruisen was een zwaarder bier voor de rijkere burger en drie kruisen was nog zwaarder. De zwaarte van het bier wordt bepaald door de hoeveelheid gebruikte grondstoffen.
Bij Westmalle hebben ze dit gebruik met veel succes omgezet in de termen Dubbel en Tripel. Vele andere brouwers volgenden deze benaming wegens de populariteit van de Westmalle Dubbel en daarom hebben zoveel Belgische bruine bieren de term dubbel in hun naam.
Een dubbel kan je qua aroma en smaak herkennen aan toetsen van karamel, mout en rijpe banaan. Maar dit is an sich puur gelinkt aan het feit dat de Westmalle Dubbel een referentie werd in de bierwereld voor de term Dubbel.
Een dubbel kan eigenlijk ook een blondachtig bier zijn en een tripel kan evengoed een bruin bier zijn als je enkel rekening houdt met het principe van een vermeerdering van de hoeveelheid ingrediënten. Dit maakt het er dus niet gemakkelijker op om een bier toe te wijzen aan een bepaalde bierstijl.
