Is er voldoende innovatie op de Vlaamse bierscène? Deze vraag stelden we aan verschillende brouwers in Vlaanderen en de komende weken laten we hen aan het woord.
Geschatte leestijd: 3 minuten
Vandaag zijn we te gast bij Brouwerij Ruimtegist in Kortrijk en hebben een gesprek met brouwers Arn en Egbert. Twee hobbybrouwers met al bijna 10 jaar ervaring die een drietal jaar geleden beslist hebben om een echte brouwerij te starten na meer dan 7 jaar van experimenteren. Hun eerste officiële brouwdag op de huidige locatie was in september 2019 en hun eerste blond bier met de naam VIE werd er uitgeschonken in februari 2020.
In maart 2020 kwam dan de lockdown wegens Covid-19. Uit noodzaak verplaatsten ze hun afzetmarkt van horeca naar winkels. Dit was niet voorzien in eerste instantie maar intussen zijn ze goed aanwezig in de winkelrekken en brachten ze zelfs een tweede bier, een quadrupel, met de naam Obsquur op de markt.
Ons gesprek begon met innovatie op vlak van smaak. Beide heren zijn het erover eens dat er dankzij de Amerikaanse invloed veel innovatie is op de Belgische bierscène. Brouwers kijken naar daar. Een voorbeeld zijn de IPA’s die zijn overgekomen naar België. Veel Belgische brouwers hebben nu een IPA tussen hun bieren.
“Je zit in België met een vrij traditionele biermarkt maar ze kijken wel naar de andere landen” volgens Egbert. Bier is geen verhaal meer van een land of een continent maar iets van heel de wereld en die kruisbestuiving is wel leuk. Daardoor zijn meer en meer Belgische brouwers gaan innoveren. Arn heeft hierbij de bedenking dat we de tradities per land moeilijk gaan veranderen in 1 of 2 generaties. Smaak is een beetje cultureel geboden. Belgen drinken graag bepaalde bieren en Amerikanen drinken dan bijvoorbeeld misschien liever extreme bieren. Een Belg is vrij traditioneel.
Arn beschrijft het als volgt: “We zijn een Belgisch merk. Gelukkig dragen we dat nog mee want anders waren we al lang gepasseerd. Belgisch bier, gelijk waar ter wereld, het verkoopt. Die Amerikaanse invloed was er, maar is wel terug wat gepasseerd en we zijn denk ik wel aan het bijbenen in Europa en België.”
De Amerikanen hadden gelijk. Ze zijn begonnen craft breweries te maken à volonté. Ze hebben gedacht, waarom zouden we het zelf niet doen. We zijn daardoor wel even gepasseerd geweest maar op technologisch gebied staan we in België wel aan de wereldtop volgens Egbert.
Qua innovatie is er op technologisch vlak nog veel ruimte binnen hun eigen brouwerij volgens beide brouwers. Arn beschrijft hun huidige brouwwijze als top amateurisme want er is nog heel veel manueel gedoe. “We weten dat die charme een stuk zal verloren gaan voor ons als brouwer maar je moet ook commercieel genoeg denken zodat je niet op 200 liter blijft brouwen.”
Egbert geeft aan dat het verminderen van de ecologische voetafdruk hierbij een belangrijk doel is. Dit zal echter pas kunnen gebeuren als men binnen een 5-tal jaar op een andere locatie met een grotere installatie kan brouwen. De huidige locatie is te klein om uit te breiden. Zonnepanelen zijn bekeken maar gezien de huidige situatie en het delen van het gebouw met de voorburen was dit niet haalbaar en waterrecuperatie is niet betaalbaar voor een kleine brouwerij. Wel maakt men gebruik van het koelwater in kader van warmterecuperatie. “Het weinige dat we kunnen doen, doen we” aldus Egbert of zoals Arn aangeeft “Het hoort bij onze kernwaarden”.
Innovatie is bij deze jonge brouwers duidelijk iets waar ze mee bezig zijn maar financieel is het niet altijd evident om het te realiseren. Ambitie is hierbij belangrijk en dit is hoopvol naar de toekomst toe.
© Connectingdots BV – Peter Vandecaveye – Innovatie Brouwerij Ruimtegist – nov 2020